Figuur 5-5 toont de vorm van de snijlaag tijdens cilindrisch frezen en vlakfrezen. De dikte van de snijlaag hp is de afstand tussen de belangrijkste snijkanttrajecten van twee aangrenzende freestanden gemeten binnen het basisvlak. De formule voor het berekenen van de dikte van de snijlaag voor omtrekfrezen en vlakfrezen is:
Omtrekfrezen h(d) =∫(z) zonde φ (5-1)
Eindfrezen h(d) =∫(z) cos φ sinK(r) (5-2)
Ingangshoek K(r)
Tandrotatiepositiehoek φ
Uit vergelijking (5-1) en vergelijking (5-2) blijkt dat de dikte van de snijlaag h tijdens het frezen verandert met de hoek φ van de rotatie van de freestand, dat wil zeggen de verschillende positie van de freestand. Bij omtrekfrezen bevindt de freestand zich op de startpositie op het dagpunt van HP=0, wat de minimale waarde is; wanneer de freestanden op het punt staan het werkstuk te verlaten en punt A bereiken, is de dikte van de snijlaag maximaal. Bij kopfrezen is de dikte van de snijlaag het kleinst wanneer de tand voor het eerst in het werkstuk wordt gesneden, het maximaal in de middelste positie en neemt dan geleidelijk weer af. Door de constante variatie in de dikte van de snijlaag fluctueren de snijkrachten meer tijdens het frezen dan bij het draaien.

Figuur 5-5 De vorm van de snijlaag tijdens het bewerken
a) Omtrekfrezen b) Frezen





